Een grafveld uit de IJzertijd en een Germaanse nederzetting in het Broek bij Hengelo

Een grafveld uit de IJzertijd en een Germaanse nederzetting in het Broek bij Hengelo

Overzichtskaart met de locaties van de boerderijen (geel), hutkommen (groen), spiekers (paars) en bijgebouwen (rood), geprojecteerd op een hoogtekaart van het archeologische vlak.

Hengelo – SOB Research heeft in het najaar van 2018 een van de grootste opgravingen in Twente uitgevoerd op een terrein dat bestemd is voor woningbouw aan de Duizendpoot, aan de noordzijde van Hengelo (Overijssel). Er werd een gebied van bijna 2 hectare opgegraven. Op de dekzandrug werden duizenden sporen aangetroffen die duiden op menselijke activiteiten gedurende de gehele periode na het einde van de laatste IJstijd.

Bewoning in de Romeinse tijd

Romeinse schoenspijkers

Er werden resten van tientallen gebouwen uit de Romeinse tijd blootgelegd, van boerderijen en bijgebouwen uit verschillende fasen van deze nederzetting. Het gedeelte van de nederzetting dat opgegraven werd lijkt hoofdzakelijk uit de eerste twee eeuwen na het begin van de jaartelling te dateren. Binnen het nederzettingsterrein hebben zich diverse activiteiten afgespeeld als onderdeel van het dagelijkse bestaan. Er zijn resten van ovens en haarden aangetroffen, er werd textiel en aardewerk geproduceerd en ook ijzer. Mogelijk heeft de nederzetting zelfs huis geboden aan een teruggekeerde huurling in dienst van het Romeinse leger.

Begraving in de IJzertijd

Een (graf?)structuur bestaande uit een vierkante greppel met daarbinnen mogelijk een offerkuil.

Ook zijn een aantal crematiegraven aangetroffen die uit de Midden- en Late IJzertijd dateren, grofweg uit de periode vanaf de 6de eeuw tot in de eerste helft van de 1ste eeuw voor Chr.  In enkele graven, hoewel slecht geconserveerd, zijn zelfs nog grafgiften vastgesteld. Een bijzondere structuur in relatie tot het grafveld betreft een vierkante greppel met daarbinnen een mogelijke offerkuil. Mogelijkheden voor de interpretatie van deze (graf?)structuur zijn uiteengezet in de rapportage.

Kuilen in het ven

Naast deze twee voornaamste complextypen zijn ook sporen vastgesteld uit het Mesolithicum en Neolithicum, de Vroege IJzertijd en uit de Merovingische tijd. Voor deze twee laatstgenoemde perioden gaat het vermoedelijk om een kortstondige bewoningsfase. Uit het Mesolithicum en Neolithicum zijn verspreid over het opgravingsareaal diverse grondsporen vastgesteld die wijzen op incidentele verblijfplaatsen en activiteitenzones. Een zeer waardevol gebleken landschappelijk element betreft een klein ven aan de noordoostzijde van het opgravingsterrein. Onder een veenlaag werd een grote concentratie graafsporen vastgesteld die op basis van de stratigrafie, pollenonderzoek en een C14 datering uit de Atlantische periode dateren (Midden-Mesolithicum tot en met Vroeg Neolithicum). Vergelijkbare vindplaatsen waren tot op heden alleen nog uit de regio Zutphen bekend.

Sporenkaart met kuilen in het ven uit het Midden-Mesolithicum – Vroeg Neolithicum (grijs)

Het geheel werd oorspronkelijk afgedekt door een dik esdek, dat aangelegd werd bij een nabijgelegen boerderijerf. Vermoedelijk gaat de aanlegfase van het akkercomplex terug tot in de 10de of 11de eeuw. Sinds die tijd is het altijd als landbouwgrond in gebruik gebleven.

Het rapport van deze opgraving is nu te downloaden via deze link: rapport.

In het nieuws

Bekijk het bezoek van RTV Oost op de open dag tijdens de Nationale Archeologiedagen van 13 oktober 2018
Reacties zijn gesloten.