Wonen en werken in de Merovingische Tijd op het laagterras van de Maas

Wonen en werken in de Merovingische Tijd op het laagterras van de Maas

Ooijen – In september 2019 heeft SOB Research langs de Maas in Ooijen (Limburg) een vindplaats uit de Merovingische Tijd opgegraven. Het betrof een ‘Einzelhof’ met een drie-, mogelijke vierschepige boerderij en twee daarbij behorende hutkommen. De sporen werden aangetroffen op een oud zandlichaam van een Maasmeander uit het Bølling-Allerød Interstadiaal.

Plattegrond van de boerderij uit de Merovingische Tijd

De nederzetting wordt gedateerd in het laatste kwart van de 6de eeuw tot en met de 7de eeuw (circa 575 – 675/ 700 na Chr.). De bewoners voerden een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt. Uit botanisch onderzoek is gebleken dat emmer, gerst, rogge, mogelijk haver, paardenboon, hazelnoot en walnoot lokaal werden verbouwd. Het voedselpatroon van de nederzetting is in overeenstemming met dat van andere vroegmiddeleeuwse nederzettingen op de Nederlandse zandgronden, al lijkt consumptie van walnoot in deze periode minder gangbaar.

Hutkommen

De hutkommen hebben mogelijk een huishoudelijke functie gekend. Houtskoolvondsten kunnen wijzen op de aanwezigheid van een haard of een oven en metaalvondsten wijzen mogelijk op metaalbewerking. De in de beide hutkommen aangetroffen fragmenten van weefgewichten zouden kunnen duiden op het gebruik van de hutkom om stoffen te weven.

Merovingisch aardewerk

De aardewerkassemblage omvat fragmenten van knikwandpotten en kommen van gladwandig aardewerk. Het merendeel van het aardewerk echter betreft ruwwandig aardewerk, waaronder vooral veel ‘Wölbwand’ potten, die zowel voor opslag als om mee te koken zijn gebruikt. Ook zijn fragmenten aangetroffen van enkele kannen en kommen. In meerderheid is het aangetroffen ruwwandig aardewerk lokaal/regionaal geproduceerd (69%), waarvan 54% vervaardigd is in het productiecentrum Ooijen-Wanssum. Daarnaast werd lokaal/ regionaal oxiderend aardewerk aangetroffen (18%), waarvan 15% afkomstig is uit Ooijen-Wanssum. Zo’n 13% van het aangetroffen aardewerk is uit het Rijnland en Vorgebirge geïmporteerd. De aanwezigheid van aardewerk uit het Rijnland/ Vorgebirge en aardewerk en basaltlava (tefriet) voor maalstenen uit de Eifel duiden op contacten met andere regio’s, wellicht niet direct, maar wel via een uitwisselings- of handelsnetwerk.

De vindplaats in breder perspectief

De gedeeltelijk hier te Ooijen opgegraven Merovingische nederzetting werd aangetroffen op een hoger in het landschap gelegen, oud zandlichaam van een Maasmeander uit het Bølling-Allerød Interstadiaal. De voorkeur voor het wonen op het wat hoger in het landschap liggende Bølling-Allerød terras of Allerød terras komt sterk overeen met de locatiekeuze, zoals die voor andere vroegmiddeleeuwse vindplaatsen in het Maasdal is vastgesteld. Alleen de vindplaats Itteren-Voulwames ligt ter plaatse van de Late-Dryas terrasvlakte. Een bewoningslocatie in de Holocene dalvlakte is er niet en kennelijk werd ook het Late Dryas terras grotendeels gemeden voor bewoning. De Holocene dalvlakte lijkt gedurende deze periode wel voor ambachtelijke activiteiten te zijn gebruikt.

Samen met de recente vondsten te Well-Aijen, Wanssum en Broekhuizenvorst toont de aanwezigheid van deze nederzetting te Ooijen aan dat dit deel van de Maasvallei in de Merovingische tijd op meerdere locaties bewoond moet zijn geweest. Het wachten is op een gelegenheid om een nederzetting uit deze periode compleet te kunnen opgraven.

Twee aardewerken potten uit de Merovingische Tijd die mogelijk tegelijk zijn weggegooid in een hutkom
Fragment van een versierde Romeinse dakpan uit de hutkom die dateert uit de Merovingische Tijd te Ooijen
Reacties zijn gesloten.