Archeologische Begeleiding
Wanneer vanwege civieltechnische beperkingen het niet mogelijk is om een regulier archeologisch onderzoek uit te voeren, kan het onderzoek vaak wel worden uitgevoerd in de vorm van een Archeologische Begeleiding (AB). Er is sprake van civieltechnische beperkingen als er nog bebouwing of bestrating aanwezig is (denk bijvoorbeeld aan rioolwerkzaamheden) of wanneer de locatie gesaneerd dient te worden. Tijdens een AB wordt het archeologisch onderzoek gelijk met de bouw- of sloopwerkzaamheden uitgevoerd. Zo wordt ‘dubbel’ graafwerk voorkomen.
Wanneer er archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, wordt de spreiding, de diepteligging, de ouderdom en het belang van de archeologische resten vastgesteld. Op basis van de resultaten van de Archeologische Begeleiding wordt een advies geformuleerd waarin wordt aangegeven of er sprake is van behoudenswaardige archeologische resten die moeten worden opgegraven, of dat het plangebied volledig of gedeeltelijk kan worden vrijgegeven. Als er sprake is van belangrijke archeologische resten, dan wordt in overleg met de opdrachtgever en de bevoegde overheid ook nagegaan of met een relatief simpele planaanpassing de noodzaak tot een Archeologische OpgravingĀ kan komen te vervallen.